Category

Opvoeden

Waarom polarisatie soms goed is

By Omgaan met mensen, Opvoeden
En Zwarte Piet het leven liet

Veel mensen zien de Zwarte Pietendiscussie als toppunt van polarisatie, maar ik denk dat de 19e-eeuwse Britse filosoof John Stuart Mill er wel over te spreken was geweest.

Even voor de duidelijkheid, in deze blog wil ik geen discussie voeren over het uiterlijk van Piet, maar wil ik iets zeggen over die discussie zelf. Hoewel ik nu tegen Zwarte Piet ben, groeide ik nog wel op in de traditie van Sinterklaas en Zwarte Piet. Mijn ouders hebben mij van jongs af aan verteld dat Sinterklaas niet bestaat. Waarschijnlijk vond ik het juist daarom zo’n leuk feest. Ik zat in het complot en deed niets liever dan me de rol van Piet aanmeten.

Later vonden mijn eigen kinderen het ook geweldig om zich als Piet te verkleden. Vooral mijn oudste zoon, laat ik hem voor het gemak even Pieter noemen, wilde net als ik niets liever dan Piet zijn. 

Waarom zou het zo leuk zijn om als Piet door het leven te gaan? Ik denk dat het de magie is van een dubbelleven. Je bent een soort superheld. In het gewone leven heb je een saaie baan op kantoor of in een fastfood restaurant, maar als de nood aan de man is gaat je speciale pak aan en word je je illustere alter ego zoals Superman, Wonder Woman of Batman die door de nacht sluipt.

Vanaf zijn elfde liep Pieter mee met de intocht van Sinterklaas in Amsterdam. Sinds zijn twintigste is hij Hoofdpiet. De intocht van Amsterdam was vier jaar geleden één van de eerste van Nederland die is afgestapt van Zwarte Piet. Eberhard Van der Laan, toen nog burgemeester, heeft in overleg met de tegenstanders van Zwarte Piet en de stichting Sint in Amsterdam een oplossing gevonden. Hij nam het voorstel van tegenstanders van Zwarte Piet over en koos voor de roetveegpiet, ontdaan van kroeshaar en oorbellen. 

Mijn zoon was in eerste instantie niet blij met alle verandering. Hij was gehecht aan de traditie waarin hij was opgegroeid. Maar hij vond het feest te leuk om er dan maar mee te stoppen. En hij zag ook in dat als er kinderen zijn die last hebben van Zwarte Piet, er iets moest veranderen: Sinterklaas moet een feest zijn voor alle kinderen. Dus is hij zich gaan inzetten voor de nieuwe roetveegpiet. Hij ontwierp een nieuw pak voor alle Pieten van Amsterdam, geïnspireerd op Spaanse edellieden. Sinterklaas komt tenslotte uit Spanje.

John Stuart Mill

Tot zover Pieter. Maar waarom had John Stuart Mill die Zwarte Pietendiscussie nou zo goed gevonden? Hij zou die denk ik als bewijs voor zijn eigen theorie hebben gezien. In zijn boek On Liberty uit 1859 neemt hij het op voor de vrijheid van meningsuiting. Hij ziet echter wel het gevaar van polarisatie, omdat in zo’n vrije discussie tegenstanders vaak de neiging hebben om de uitersten op te zoeken. En zo komen ze juist verder uit elkaar te staan. 

Hij schrijft: ‘Ik geef toe dat de neiging van alle opvattingen om sektarisch te worden niet wordt genezen door een zo vrij mogelijke discussie, maar daardoor juist vaak wordt versterkt en verbitterd: zodat de waarheid die men had moeten inzien maar niet herkent, des te heftiger wordt verworpen, omdat zij wordt verkondigd door mensen die men als tegenstanders beschouwt.’

Dat is precies wat de afgelopen jaren in Nederland is gebeurd, met als dieptepunt de pro-zwartepieters die de bus van kick-out-zwartepieters blokkeerden op de snelweg. Maar Jerry Afriyie en de anderen van Kick Out Zwarte Piet gaven niet op. Waarschijnlijk wisten ze net als Mill dat hun inspanningen uiteindelijk wel effect zouden hebben op de grote zwijgende meerderheid. Mill vervolgt: 

‘Deze botsing van meningen oefent zijn heilzame werking dan ook niet uit op de verstokte partijganger, maar op de kalme en belangeloze toeschouwer.’

En dat is ook wat er aan het gebeuren is. Nou wil ik niet beweren dat de grote meerderheid van de Nederlandse bevolking een kalme belangeloze toeschouwer is geweest, toch zie je wel dat de toeschouwers van de discussie zich langzaamaan hebben laten overtuigen. Het is niet snel gegaan, maar het landelijke Sinterklaasjournaal is vorig jaar eindelijk ook overgestapt op roetveegpieten en zelfs premier Rutte heeft gezegd dat hij tegen Zwarte Piet is. 

Foto van Pieten op de Dam: Ika van Doorn

Frank Meester is buitengewoon afdelingshoofd van Buro Fludo.
Hij bedenkt manieren om met behulp van de filosofie
het leven iets minder ellendig te maken.

 

Elke week versgetypte levenstips ontvangen?
Schrijf je dan in voor de nieuwsbrief



Wil je meer BURO FLUDO?
Misschien is een cursus dan iets voor jou!

Imiteer een ander

By Gelukt leven, Opvoeden
En word jezelf

Sommige mensen willen hun leven veranderen om meer zichzelf te kunnen worden. Ze hebben de indruk dat ze zich niet goed voelen omdat ze niet zichzelf kunnen zijn. Dat is eigenlijk gek, want strikt genomen ben je altijd jezelf.

Soms kan het alleen zo zijn dat bepaald gedrag dat je vertoont, niet zo prettig voelt. Je hebt dan de indruk dat je je anders voor moet doen dan je bent. Maar toch doe je het. Dan gaat het er dus niet om dat je meer jezelf wordt, maar juist dat je iemand anders wordt die gedrag vertoont dat je wel prettig vindt. 

Stel je moet op een podium iets doen. Je hebt dit nog niet vaak gedaan. Dan krijg je soms het wonderlijke advies: wees gewoon lekker jezelf. Maar je hebt op dat moment nog helemaal geen zelf dat gewend is op een podium te staan. Op een podium moet je namelijk allemaal dingen doen die je normaal gesproken niet doet.

Bij een gewoon gesprek zou ik nooit mijn handen zo gek houden

Je moet wat harder en duidelijker praten dan normaal, of door een microfoon spreken, waarvoor je een microfoontechniek moet ontwikkelen. Als je op een podium iets vertelt, sta je daar vaak bij, terwijl je in het dagelijkse leven meestal zittend tegen je vrienden een verhaal vertelt, of als je vlak bij elkaar staat op een feestje. Wanneer je iets op een podium gaat doen moet je dus nadenken over wat je met je armen doet, welke houding het beste werkt, of je een beetje heen en weer gaat lopen. Ga zo maar door.

Het slechtste advies is wel: ‘wees gewoon jezelf’. Om de indruk te wekken dat je jezelf bent, moet je namelijk juist niet jezelf zijn. Soms kan het dan helpen om iemand te imiteren. Kies iemand die het goed doet op een podium. Bestudeer nauwlettend haar of zijn gedrag. Wat maakt dat deze persoon zo ‘natuurlijk’ overkomt op het podium?

Als je hebt vastgesteld wat die gedragingen precies zijn, ga je ze oefenen, oefenen en oefenen. Het liefst voor de spiegel of voor een camera, zodat je jezelf kunt corrigeren. Net zo lang totdat je het helemaal in de vingers hebt en het een deel van jezelf is geworden. 

Imitatie klinkt weinig origineel, maar daar hoef je helemaal niet bang voor te zijn. Je geeft er hoe dan ook je eigen draai aan. Dat leerde ik van Van René Gude, voormalig denker des vaderlands. In de eerste plaats moet je het gedrag van de ander interpreteren. Jij besluit wat nou precies maakt dat die ander dat zo goed kan. Zo geef je er al een eigen draai aan. Vervolgens moet je dat gaan uitvoeren. Dat zal je nooit perfect lukken. En zo maak je je het op je eigen manier eigen.

Bedenk dat mensen die bekend staan als zeer origineel en authentiek vaak ook weer anderen imiteerden en zich zo iets eigen maakten. Bijvoorbeeld Pablo Picasso of Vincent van Gogh. Dus imiteer een ander en word jezelf. 

Imiteren, je geeft er hoe dan ook je eigen draai aan

Frank Meester is buitengewoon afdelingshoofd van Buro Fludo.
Hij bedenkt manieren om met behulp van de filosofie
het leven iets minder ellendig te maken.

 

Elke week versgetypte levenstips ontvangen?
Schrijf je dan in voor de nieuwsbrief



Wil je meer BURO FLUDO?
Misschien is een cursus dan iets voor jou!

“Opvoeden is niet leuk,” zei Plato

By Omgaan met mensen, Opvoeden
maar misschien kan dat inzicht helpen om het een beetje leuker maken

Ik probeerde altijd krampachtig om het leuk te houden bij het opvoeden. Daarom was het voor mij een verademing om De Staat van Plato (ca. 427- 347 v.C.) te lezen. Daarin laat Plato zien dat opvoeden niet leuk is en opgevoed worden ook niet. Maar waarom was opvoeden niet leuk volgens Plato? Dat legt de Griekse filosoof uit aan de hand van het volgende denkexperiment, ook wel de grotvergelijking genoemd:

Plato’s grotvergelijking

Stel je voor, er zitten mensen vastgebonden in een grot waar nauwelijks daglicht komt. Ze kunnen maar één kant op kijken: recht vooruit. Daar zien ze op de rotswand schaduwen van voorwerpen. Die schaduwen worden veroorzaakt door mensen die achter de vastgebonden mensen langslopen en nepvoorwerpen omhoog houden in de vorm van stoelen, tafels, dieren: eigenlijk alles wat je in het echte leven ook ziet. Achter die nepvoorwerpen brandt een vuur, hierdoor verschijnen de schaduwen van de nepvoorwerpen op de muur voor de mensen die vastgebonden zitten. Deze mensen zitten al hun hele leven in de grot en hebben nooit iets anders gezien, daarom denken ze dat de schaduwen van de nepvoorwerpen echte voorwerpen zijn.

Goed, de mensen die vastzitten in de grot, dat zijn volgens Plato onze kinderen. Als er niets gebeurt, blijven ze hun hele leven naar schaduwen van nepvoorwerpen kijken in de veronderstelling dat het echte voorwerpen zijn. Ze zullen nooit weten hoe het werkelijk zit, ze zullen nooit weten wat waar is. En daarom is opvoeden zo belangrijk.

Opvoeden is volgens Plato mensen bevrijden en ze uit de grot leiden, zodat ze de echte dingen gaan leren zien.

Maar alleen mensen die zelf buiten de grot zijn geweest en het zonlicht hebben gezien, kunnen die opvoeding op zich nemen.
Er is wel een probleem: als mensen eenmaal buiten zijn geweest, willen ze liever niet terug. Buiten is het veel mooier. Het licht van de zon is warmer en helderder. Als je eenmaal kennis van de echte dingen hebt, dan is het laatste wat je wilt terug die donkere grot in. Als je Plato mag geloven is opvoeden daarom niet zo leuk. Liever geniet je buiten van het zonnetje.

Wat het nog lastiger maakt, is dat de degenen die vastgebonden zitten op hun beurt geen zin hebben om losgemaakt te worden. De meeste kinderen willen niet opgevoed worden. Ze denken dat hun grot de echte wereld is. Je moet ze uit de illusie helpen en daar zullen ze zich tegen verzetten. Hun ogen hebben al moeite met het licht van het vuur in de grot, laat staan met het licht van de zon buiten. Ze blijven liever in hun vertrouwde kinderwereldje. Dus opvoeden is niet leuk en opgevoed worden evenmin.

Maar toch moet het gebeuren. En waarom? Aan de ene kant om tot ware kennis te komen. Maar Plato heeft er nog een ander doel mee voor ogen. Volgens hem is een goede opvoeding de enige manier om ervoor te zorgen dat de maatschappij goed zal functioneren. Onze kinderen hebben de toekomst en zijn dus essentieel voor de toekomstige wereld.

Toen ik dit voor het eerst las, viel er een last van mijn schouders. Hoewel reclames en tijdschriften met hun foto’s van lachende ouders en kinderen ons anders doen geloven, hoeft opvoeden helemaal niet altijd leuk te zijn. En echt waar, opvoeden wordt opeens een stuk leuker als je niet probeert om het leuk te houden.

Frank Meester is buitengewoon afdelingshoofd van Buro Fludo.
Hij bedenkt manieren om met behulp van de filosofie
het leven iets minder ellendig te maken.

 

Elke week versgetypte levenstips ontvangen?
Schrijf je dan in voor de nieuwsbrief



Wil je meer BURO FLUDO?
Misschien is een cursus dan iets voor jou!

ADHD: Mijn kind is druk omdat het zo druk is

By Omgaan met mensen, Opvoeden
ADHD is een beschrijving van bepaald gedrag, het is geen oorzaak van dat gedrag

Toen mijn jongste zoon net in groep 3 zat – dus net was overgegaan van wat voor mij vroeger de kleuterschool was naar de lagere school – moesten we na een paar weken al op gesprek komen. ‘Hij is nogal druk’, zei de juf op een manier waaruit bepaald geen liefde voor onze zoon bleek (en ook geen liefde voor drukke jongetjes in het algemeen). Wij waren verbaasd want in groep 1 en 2 was de juf juist enthousiast over hem omdat hij actief, ondernemend en leergierig was.
‘Waarom is hij zo druk?’ vroeg ik.
‘Tja’, zei zijn Juf met een zorgelijk gezicht. ‘Ik vermoed dat hij ADHD heeft’.

Dat was, zoals ik later van de Vlaamse psychiater Paul Verhaeghe (1955) leerde, een beetje dom antwoord. ADHD betekent namelijk Attention Deficit Hyperactivity Disorder, vrij letterlijk vertaald zoiets als: aandachtstekort- en hyperactiviteitstoornis, oftewel een beschrijving van iemand die nogal druk is.

Als je dus zegt dat iemand druk is, omdat hij ADHD heeft, zeg je eigenlijk dat iemand druk is, omdat hij druk is. Want ADHD is alleen maar een beschrijving van bepaald gedrag. De fysieke oorzaak is nooit gevonden. Er is niet iets in iemands hersenen dat kan worden aangewezen als de oorzaak van ADHD. Als je zegt dat iemand druk is omdat hij ADHD heeft, dient de beschrijving dus als verklaring.

‘Is dat erg?’ vraag je je misschien af. Ja, ik denk van wel. Je krijgt namelijk een verkeerde kijk op drukke kinderen. Ik dacht dat er iets mis was met mijn zoon. Terwijl dat eigenlijk maar de vraag is. Als je ervan uit gaat dat ADHD de oorzaak is van de drukte en niet de beschrijving, dan lijkt een medicijn de juiste oplossing.

Wanneer mijn zoon pijn heeft in zijn keel door een ontsteking, dan kun je penicilline geven om die weg te laten gaan. Maar bij ADHD is er geen oorzaak die weggenomen wordt door Ritalin. Dat betekent trouwens niet dat een medicijn bij ADHD nooit een (deel van de) oplossing kan zijn. Kijk naar hoofdpijn en paracetamol. Als je hoofdpijn hebt, helpt een paracetamolletje om de pijn weg te nemen, al neemt dat pilletje de oorzaak van de hoofdpijn niet weg. Daarom moet je, als je vaak hoofdpijn hebt, ook naar de oorzaak gaan zoeken. Die hoofdpijn kan bijvoorbeeld komen doordat je veel te lang achter elkaar werkt, daarbij ook nog nauwelijks beweegt en een verkeerde houding hebt. De oplossing lijkt eenvoudig: ga minder lang werken, meer bewegen en doe iets aan je houding.

Zo kun je ook bij een druk kind gaan kijken naar de oorzaak van dat drukke gedrag. Kwam het misschien doordat mijn zoon in groep drie opeens veel langer rustig moest blijven zitten, omdat hij nu echt ging beginnen met leren lezen en schrijven en rekenen? Dat zou kunnen, maar misschien is het probleem nog groter, is het de maatschappij die verwacht dat we allemaal brave rustige hardwerkende mensen zijn. En als iemand afwijkt van die dwingende norm, is hij of zij niet normaal. Dan lijkt een pilletje een fijne oplossing.

Het is nu eenmaal makkelijker om enkele individuen een pilletje te geven, dan de hele maatschappij te moeten veranderen.

Frank Meester is buitengewoon afdelingshoofd van Buro Fludo.
Hij bedenkt manieren om met behulp van de filosofie
het leven iets minder ellendig te maken.

 

Elke week versgetypte levenstips ontvangen?
Schrijf je dan in voor de nieuwsbrief



Wil je meer BURO FLUDO?
Misschien is een cursus dan iets voor jou!

Een goede spelfout is zo erg nog niet

By Opvoeden
"doemeimaa un ij met maajooneze"

Mijn lagere schooltijd bracht ik door op de Vrije School in Amsterdam. De Oostenrijkse filosoof Rudolf Steiner (1861-1925) en grondlegger van het Vrijeschoolonderwijs gaat er vanuit dat kinderen niet te vroeg moeten leren lezen en schrijven. En zo kon het gebeuren dat ik er aan het eind van mijn lagere schooltijd nog niet veel van bakte, in tegenstelling tot vriendjes die op een andere lagere school zaten.

Toen ik vervolgens naar een reguliere middelbare school ging, had ik een enorme achterstand. Ik schreef de gekste dingen: ‘un ij met maajooneze’ bijvoorbeeld. Omdat ik dacht dat ik het toch niet kon, besteedde ik er ook geen aandacht aan.

Ik schaamde me er wel voor en durfde nooit zo goed iets op het bord te schrijven als de docent dat vroeg. Daarom schreef ik ook bijzonder onduidelijk, dan waren mijn fouten niet zo goed te zien.

Ik wist essen en effen zo te schrijven dat het ook zetten en vees zouden kunnen zijn. Het verschil tussen een lange ij en een korte ei was in mijn handschrift nauwelijks te zien.

Op een gegeven moment las ik voor Nederlands het boek: Tjeempie! of Liesje in luiletterland, van Remco Campert. Dat was een verademing voor mij. Voorin stond: ‘in eigen nieuwe spelling’ en dat was direct al te zien aan de manier waarop de naam van de auteur was geschreven: niet Remco Campert, maar Remko Kampurt.

Sindsdien schreef ik boven elk proefwerk dat ik moest maken ‘in eigen nieuwe spelling’. Zo ben ik door de middelbare school gesniekt zonder dat ik goed kon spellen. Ik vond mensen die erg op spelling letten altijd maar zeurpieten. Het ging er toch om dat je elkaar begreep, hoe je het precies spelde maakte niet zoveel uit. Ik was ook een fan van de middeleeuwen, want, zo had ik op school geleerd, toen was er nog geen vaststaande spelling en schreef iedereen het zo op als hij het goed vond.

Toen ik ging studeren en vervolgens ging werken als journalist, moest ik wel wat aan mijn spelling gaan doen. Vooral toen ik hoofdredacteur werd van een tijdschrift en de eerste aflevering onder de spelfouten zat, ben ik hard aan de slag gegaan.

Ik bleek tegen mijn eigen verwachting in helemaal niet zo slecht in spelling. Ik ging ook fouten bij anderen ontdekken en begon ze zelfs te verbeteren. Toen ik die neiging bij mezelf ontdekte, moest ik gelukkig denken aan mijn eigen slechte spelling, aan mijn leerproces en vooral aan de hekel die ik had aan mensen die mij ooit verbeterden. Daarom schrijf ik nu af en toe express iets fout. Gewoon omdat het mooier is. Zoals Buro Fludo.

Frank Meester is buitengewoon afdelingshoofd van Buro Fludo.
Hij bedenkt manieren om met behulp van de filosofie
het leven iets minder ellendig te maken.

 

Elke week versgetypte levenstips ontvangen?
Schrijf je dan in voor de nieuwsbrief



Wil je meer Buro Fludo?
Misschien is een cursus dan iets voor jou!