Maar wat is zorgen voor?

Ik zie de geranium in de tuin bewegen. Als ik ga kijken, zie ik dat er een heel jong vogeltje in hangt. Haar pootjes vastgeklemd aan een tak. Ik roep Valerie erbij. We schatten dat ze net een week oud is, haar oogjes zijn nog dicht. Er is even lichte paniek.

Bij het zien van zoveel hulpeloosheid moet ik onwillekeurig denken aan een uitspraak van de Franse schrijver Michel Houellebecq. Hij beweert dat er vaak discussies zijn over wat het goede is, maar dat dat eigenlijk heel duidelijk is. Het goede is zorgdragen voor een dier of een mens. Dat voelt iedereen wel aan. Hij heeft misschien gelijk. Maar wat is zorgdragen?

Als we het laten zitten krijgen de katten het te grazen. We zien geen nest in de boom of onder de dakrand. Valerie maakt een foto van het vogeltje en zet het op een Facebookgroep in de hoop antwoord te krijgen op de vraag wat we moeten doen.

De meeste mensen raden ons aan de vogel zo veel mogelijk met rust te laten. ‘Laat het aan de natuur over.’ ‘Zet het in een boom, zodat de ouders erbij kunnen.’ Een dier redden, doe je alleen voor jezelf, niet voor het dier, lezen we ook. 

Dus we zetten het beestje in een doosje in een boom. Inmiddels weten we dat het een gierzwaluw is. Er blijkt een verschil te zijn tussen een gierzwaluw en een boerenzwaluw, allebei zitten ze hier veel in Portugal.

Boerenzwaluwen maken nestbakjes in een hoek bovenaan een muur onder een dak. Maar een gierzwaluw maakt nesten onder dakpannen. Gierzwaluwen kunnen helemaal niet in een boom landen of opstijgen. Vanaf het dak kunnen ze wel wegvliegen. Dus we halen haar snel weer uit de boom.

Als Valerie later aan onze 96-jarige bovenbuurvrouw vertelt dat we een jong vogeltje hebben gevonden, zegt ze: ‘ja, ik ook’. Hij was op haar hoofd is gevallen. Ze had hem in de tuin gegooid. 

We vogelen uit waar het nest zit, inderdaad vlak boven het balkon van de bovenbuurvrouw, op een onmogelijke plek om haar terug te zetten. In de Facebookgroep raden velen ons aan om haar naar een vogelopvang te brengen. Maar die kunnen we hier niet zo snel vinden.

Een gierzwaluwjong blijkt tartaar en larven te moeten eten. Zoetwaterkreeftjes, die je kunt kopen als schildpaddenvoer, komen het dichts in de buurt van larven. We weken de kreeftjes, maken er balletjes van, samen met de tartaar en eigeel. De eerste keer doet ze haar bekje niet open. Na even oefenen snapt ze dat de pincet het nieuwe moederbekje is. Ze piept, we geven eten. Ze groeit goed. 

Na een paar dagen gaan haar ogen open. We lezen dat het een maand duurt voordat een gierzwaluw het nest verlaat. Maar binnen een week zullen we weer teruggaan naar Nederland.

Valerie leest op internet alles wat los en vast zit over gierzwaluwen, en we leren wat voor ongelofelijke dieren het zijn. Tien maanden lang blijven ze non-stop in de lucht als ze naar het zuiden van Afrika trekken. Ze kunnen 200 kilometer per uur halen in duikvlucht. De ouders maken per dag twintig balletjes per jong met daarin 600 tot 800 insecten. Ze kunnen wel tien jaar oud worden. En elk jaar komen ze op dezelfde plek terug.

Na bijna een week bij ons in huis te zijn gebleven, brengen we onze logé weg. We hadden ons bij de opvang een romantisch beeld gevormd van een idyllisch plekje in het bos met allemaal vriendelijk mensen die zich met liefde over de vogel ontfermen en er alles aan doen om haar weer te verenigen met haar familie.

Het blijkt een ongezellige balie waar we een formulier in moeten vullen. Er komt een jongen met een mondkapje op en een kaalgeschoren hoofd onder een pet in een blauw pak. Hij zegt niet veel, steekt zijn armen uit om het doosje aan te nemen. Hij wil meteen weer weglopen.

Valerie doet nog snel de doos open en zegt: ‘Kijk ze zit heel rustig. We hebben een week voor haar gezorgd. Ze vertelt dat er nog balletjes tartaar over zijn, die ze bewaard heeft in een dekseltje van de jampot met een cellofaantje eroverheen. Twintig balletjes per dag. Ze zegt in haar beste Portugees: ‘Zal ik het eten meegeven?’ De jongen antwoordt: ‘ja, waarom niet.’

‘Kijk,’ zegt Valerie. ‘Ze heeft haar oogjes open. Dat had ze eerst nog niet.’ De man van de balie zegt: ‘Fijn dat jullie zo goed voor haar gezorgd hebben.’ Hij vertelt ook dat we kunnen mailen om te vragen hoe het met haar gaat. Daar verdwijnt de jongen met het doosje door een groot hek. 

Als we weglopen moeten we allebei huilen. Het overvalt ons, zoveel verdriet. Het vogeltje zat zo rustig in haar doosje, vol vertrouwen. Het voelt als verraad. We hebben haar weggegeven. Zal ze op deze andere plek haar familie nog terug kunnen vinden?

Na een week sturen we een mail naar het opvangcentrum, om te vragen hoe het gaat. We krijgen een standaardantwoord terug. Iedereen bezweert ons dat we het beste hebben gedaan voor het beestje. Maar ik moet steeds denken aan die uitspraak van Michel Houellebecq.

Frank Meester is buitengewoon afdelingshoofd van BURO FLUDO.
Hij bedenkt manieren om met behulp van de filosofie
het leven iets minder ellendig te maken.

Elke week versgetypte levenstips ontvangen?
Schrijf je dan in voor de nieuwsbrief



Wil je meer BURO FLUDO?
Misschien is een cursus dan iets voor jou!

Nieuw: De BURO FLUDO kadobon!

Wist je dat je nu ook een proefles kunt doen? Je kunt je aanmelden op de cursussenpagina

Opvoedboeken

Samen met Stine Jensen schreef ik twee opvoedboeken. Één voor ouders: De opvoeders. wat de filosofie de schipperende ouder kan leren en één voor kinderen: Hoe voed ik mijn ouders op? Een boek vol tips waarmee kinderen hun onopgevoede ouders een beetje kunnen helpen. Je vindt de boeken op de leuke dingen-pagina.

Vraag het Frank

Heb je een filosofische vraag? Dan kun je die aan mij stellen. Stuur me een berichtje via de contactpagina. Wie weet behandel ik je vraag in een van mijn vlogs.