En hoe ziet dat er dan uit?

Sinds een jaar of vijf verblijven Valerie en ik een paar maanden per jaar in Portugal. De broer van Valerie is er jaren geleden gaan wonen, en doordat we hem bezochten zijn we van dit land gaan houden. Inmiddels spreken we de taal mais ou menos (min of meer). Ook hebben we hier veel lieve mensen leren kennen.

Het afgelopen jaar ging het allemaal anders vanwege corona, maar sinds kort zijn we na lange tijd weer terug in Portugal. Al moeten we hier twee weken in quarantaine zitten omdat de cijfers in Nederland te hoog zijn, toch is het ontzettend fijn om hier te zijn. Alleen al omdat het prettig is om afstand te kunnen nemen en mijn leven in Nederland vanuit een ander perspectief te zien. En we hebben het geluk dat we ons werk vanuit Portugal kunnen doen.

Het enige ingewikkelde aan ons leven hier is de reis. De makkelijkste manier om in Portugal te komen is per vliegtuig. Dat is goedkoop en snel. Maar natuurlijk erg slecht voor het milieu en je doet mee aan een pervers systeem waarin vliegtuigmaatschappijen geen belasting over kerosine hoeven te betalen, waardoor de vliegtickets zo goedkoop kunnen zijn. Ik kocht wel altijd mijn CO2 schade af (een 21e-eeuwse variant op de aflaat). Maar besloot uiteindelijk om een busje te kopen.

Dat was ook gemakkelijk, omdat we er spullen in mee konden nemen. Zoals mijn contrabas. Want ik heb hier ook musici leren kennen en altijd als ik er ben regelen zij optredens. Maar toen ik de CO2 van de reis per auto wilde compenseren, merkte ik tot mijn verbazing dat ik meer moest betalen dan wanneer we het vliegtuig namen.

Ik sprak er over met een vriend die bij het Nederlands Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium werkt. Hij vertelde me dat het reizen met een gemiddelde auto pas zuiniger is ten opzichte van een (modern) vliegtuig vanaf drie personen per auto. Toen heb ik dat busje maar weer weggedaan.

Ik besloot alleen nog maar met de trein te gaan. Daar had ik wel wat extra geld voor over. Maar omdat onze hond ook mee wil, bleek dat erg lastig. In Spanje mag dat namelijk alleen maar als je eerste klas reist en een privé couchette neemt. Dat werd wel een heel erg dure reis…

Tja, toch maar vliegen dan? Het wonderlijke is dat ik dat idee weer serieus in overweging nam na het lezen van een boek dat de verantwoordelijkheid voor de milieuproblematiek juist bij het individu legt. Ik heb het over De Meester-methode. De makkelijkste manier om te stoppen met milieuvervuilen van collega-filosoof en broer Maarten Meester.

Veel milieufilosofen staan in de traditie van het utilitarisme. Een utilitarist meent dat je bij elke handeling moet denken wat het effect zal zijn van die handeling: levert die het grootst mogelijke geluk voor het grootst aantal wezens op, dan is die goed. Vliegen is duidelijk niet goed. Voor de mensen in het vliegtuig mag het vooral leuk zijn, de ellende voor de rest van de wereld is groot en zeker voor de toekomstige generaties van mensen en niet-menselijke dieren. Dan gaat het om heel veel wezens.

Het utilitarisme mag prachtig klinken, het grote probleem is wel, zeker in verband met de milieuproblematiek, dat je nooit meer rust hebt. Als je even iets leuks voor jezelf wilt doen, kan dat eigenlijk niet, want er is altijd wel iets te bedenken dat een groter geluk oplevert voor meer wezens. Je staat moreel dus de hele tijd ‘aan’ en hebt nooit eens morele vakantie.

Om dat probleem te voorkomen en toch zijn lezers op hun individuele verantwoordelijkheid te wijzen, bespreekt Maarten de mogelijkheid om je ecologische voetafdruk te berekenen. Dat kun je bijvoorbeeld op de website van het wereldnatuurfonds doen. Als je zorgt dat die onder de 1 aarde blijft, ben je goed bezig en mag je met een gerust hart genieten van de dingen die je doet zonder steeds te denken dat je eigenlijk iets anders had moeten doen. Als je voetafdruk groter dan 1 aarde is, moet je je leven aanpassen om er toch onder te komen.

Omdat ik in mijn dagelijks leven al vrij zuinig en milieubewust probeer te leven (we hebben geen auto, we hebben een tamelijk tiny-huis met een woonkamer op het zuiden, waardoor de verwarming bijna nooit aan gaat, we werken veel thuis, en als we ergens anders werken gaan we op de fiets, we eten geen vlees, kopen bijna al onze kleding tweedehands) bleek dat ik nog ongeveer 10 uur per jaar kan vliegen en toch onder de 1 aarde blijf. Dat is ruim voldoende om op en neer te gaan naar Portugal.

Alles goed, zou je zeggen. Maar ondanks de ‘goedkeuring’ van mijn strenge grote broer, blijf ik het wel een beetje lastig vinden. Waarom kies ik er niet voor om dichterbij huis te verblijven? Maar ja, inmiddels ligt ons hart ook hier. En als ik hier weer ben, overvalt me de rust, het fijne weer, de lieve mensen, en dan weet ik waarom ik hier zo graag kom. En toch blijft er iets knagen aan mijn geluk. Ik ben er nog niet helemaal uit, en ben benieuwd wat jullie ervan vinden.

Frank Meester is buitengewoon afdelingshoofd van BURO FLUDO.
Hij bedenkt manieren om met behulp van de filosofie
het leven iets minder ellendig te maken.

Elke week versgetypte levenstips ontvangen?
Schrijf je dan in voor de nieuwsbrief



Wil je meer BURO FLUDO?
Misschien is een cursus dan iets voor jou!

Nieuw: De BURO FLUDO kadobon!

Wist je dat je nu ook een proefles kunt doen? Je kunt je aanmelden op de cursussenpagina

Opvoedboeken

Samen met Stine Jensen schreef ik twee opvoedboeken. Één voor ouders: De opvoeders. wat de filosofie de schipperende ouder kan leren en één voor kinderen: Hoe voed ik mijn ouders op? Een boek vol tips waarmee kinderen hun onopgevoede ouders een beetje kunnen helpen. Je vindt de boeken op de leuke dingen-pagina.

Vraag het Frank

Heb je een filosofische vraag? Dan kun je die aan mij stellen. Stuur me een berichtje via de contactpagina. Wie weet behandel ik je vraag in een van mijn vlogs.