Pleidooi voor inconsequentie

Het was een paar jaar terug op een middag in september dat ik achter mijn bureau zat dat na een paar maanden achterstallig onderhoud redelijk was dichtgeslibd. En ik besloot om het bureau die middag dan eindelijk eens onder handen te nemen. Ik had een indeling bedacht voor al mijn bureauspullen, maar toen bleef ik nog wat restdingetjes die in geen enkele categorie leken te passen, documenten die niet in één van de hokjes thuishoorden, en bureau-artikelen die juist op meerdere plekken pasten.

Ik kwam er net niet helemaal uit. Daarom besloot ik maar koffie te gaan drinken. Even wat anders doen en aan iets anders denken, brengt soms een oplossing. Tenminste, zo ging het vaak als ik een artikel dat ik aan het schrijven was niet rond kreeg. Dus ik ging naar beneden, naar het pop-upcafé dat zich op de onderste etage had gevestigd van het gebouw waarin mijn kantoor zich bevindt. Ik raakte er al snel aan de praat met een goede vriend die daar ook kantoor hield en net als ik even behoefte had aan wat afleiding.

Het begon als een onbenullig gesprek over het weer, het was die dag stikheet, maar het werd al snel een steeds levendigere conversatie over hoe de wereld in elkaar steekt en hoe we ons daartoe moeten verhouden. We gingen er helemaal in op en eigenlijk zochten we oplossingen voor zo’n beetje alles. We hadden dat gesprek waarschijnlijk nog lang voortgezet als mijn gesprekspartner geen afspraak had gehad en weg moest.

Ik ging weer naar boven, naar mijn werkplek en mijn nog niet helemaal opgeruimde bureau. Ik had gehoopt dat even koffiedrinken en aan iets anders denken, mijn bureau-opruimproblemen zouden oplossen, maar dat was niet zo. De restjes lagen er nog en ik wist nog steeds niet waar ik ze moest opbergen. Wat moest ik doen? Ze gewoon in de prullenbak gooien? Dat vond ik zonde.

Ze wegmoffelen in categorieën waarin ze eigenlijk net niet pasten? Maar dan was er een grote kans dat ik ze niet meer kon vinden. Natuurlijk had ik ook helemaal opnieuw kunnen beginnen en voor een andere ordening kunnen kiezen die wel een echte plek voor deze dingen bood. Maar ik wist dat ik dan weer andere restjes over zou houden.

En zo kwam ik tot de conclusie dat het me nooit zou lukken een ordening te bedenken die alles een gelijke plek geeft, want dan zou ik bij chaos uitkomen. Ik pakte de restjes bij elkaar en moffelde ze weg achter in de onderste la. Mijn bureau was leeg. Ik kon weer aan het werk.

Misschien kwam het ook door de koffie, maar ik voelde me plotseling bijzonder gelukkig. Ik had het gevoel dat er een last van mijn schouders was gevallen. Wat voor mijn bureau gold, ging ook op voor het onderwerp van het gesprek met mijn vriend: voor alles dus. Het zou nooit lukken om alles te ordenen.

Al die frustraties die ik voorheen had gevoeld als het me niet lukte om als een man uit één stuk voor de dag te komen, kon ik laten varen. Dat zou me toch nooit lukken en daarom was het niet erg. Net als de meeste mensen had ik al die tijd geprobeerd een consequent verhaal over mijn leven te vertellen. Mijn stijl, mijn opvattingen over politiek, kunst, opvoeden, eten en de juiste garderobe probeerde ik op één lijn te brengen. En nu bleek dat niet te kunnen.

Dus hoefde ik me er niet vervelend over te voelen als het niet helemaal lukte. Bovendien hoefde ik me ook niet al te veel aan te trekken van mensen die net deden alsof ze precies wisten hoe alles zat, alsof ze wel zo’n consequent verhaal over alles konden vertellen. Lang had ik tegen hen opgekeken, maar nu bedacht ik me dat hun stelligheid waarschijnlijk voortkwam uit hun eigen onzekerheid.

En dat is ook wat ik de lezer wil meegeven. Op links en rechts (niet per se als het om politiek gaat) is een kleine groep schreeuwers. Ze weten precies hoe alles zit en proberen je mee te trekken in hun heldere wereldbeeld. De meeste andere mensen weten het allemaal niet zo precies. Maar dat is geen probleem. Sterker nog, het is juist goed. Want dat kan ook niet. Met dit boek wil ik die grote groep, waartoe ik zelf dus ook behoor, argumenten geven om zich niet weg te laten zetten in een van die duidelijke kampen en hun ambigue tussenpositie te behouden.

Frank Meester is buitengewoon afdelingshoofd van BURO FLUDO.
Hij bedenkt manieren om met behulp van de filosofie
het leven iets minder ellendig te maken.

Elke week versgetypte levenstips ontvangen?
Schrijf je dan in voor de nieuwsbrief



Wil je meer BURO FLUDO?
Misschien is een cursus dan iets voor jou!

Nieuw: De BURO FLUDO kadobon!

Wist je dat je nu ook een proefles kunt doen? Je kunt je aanmelden op de cursussenpagina

Opvoedboeken

Samen met Stine Jensen schreef ik twee opvoedboeken. Één voor ouders: De opvoeders. wat de filosofie de schipperende ouder kan leren en één voor kinderen: Hoe voed ik mijn ouders op? Een boek vol tips waarmee kinderen hun onopgevoede ouders een beetje kunnen helpen. Je vindt de boeken op de leuke dingen-pagina.

Vraag het Frank

Heb je een filosofische vraag? Dan kun je die aan mij stellen. Stuur me een berichtje via de contactpagina. Wie weet behandel ik je vraag in een van mijn vlogs.