De vadertante of de moederoom

Toen in 1974 het VARA-programma Open & Bloot op televisie kwam, was ik daar nog een beetje jong voor. Maar later heb ik sketches uit het programma gezien. Ik herinner me een lied waarin werd aangeraden om al jong de liefde te ontdekken en het met verschillende mensen uit te proberen, zodat je kunt uitvinden wie echt goed bij je past.

Dat was in die tijd uiteraard een belangrijke boodschap. Zelfs in de jaren 80, toen ik op de middelbare school zat, waren er nog kinderen die van hun ouders geen seks voor het huwelijk mochten.

De veronderstelling achter de sketch van het programma – je probeert wat mensen uit om zo uiteindelijk degene tegen te komen met wie je voor de rest van je leven in een monogame relatie verder gaat – is nu heel gewoon. Zo doen de meeste het van ons.

Dat blijkt ook uit de statistieken die Rik van Lunsen en Ellen Laan er in hun boek Seks. Een leven lang leren, bij halen. Er is de laatste dertig jaar niet zo gek veel veranderd als het om de seksuele moraal gaat.

Mensen hebben ten opzichte van de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw weliswaar in hun leven meer relaties en meer sekspartners, maar die hebben ze niet tegelijkertijd. Er is sprake van ‘seriële monogamie’: wij proberen verschillende monogame relaties uit om te kijken of het met die persoon werkt.

We gaan dus nog steeds uit van het kerngezin, van het huwelijk (of iets wat daar sterk op lijkt als het samenlevingscontract) tussen man en vrouw (en misschien ook steeds meer tussen man en man of vrouw en vrouw) als hoeksteen van de samenleving.

Dat onze relatieveronderstellingen niet universeel zijn, drong pas goed tot me door toen ik samen met mijn broer Maarten een reis door Afrika maakte. In Burkina Faso leerden we Cosmos kennen. Hij nam ons mee naar zijn familie en stelde ons aan meerdere vrouwen voor die hij allemaal zijn moeder noemde.

We waren uiteraard verbaasd. Wij hadden slechts één moeder. Cosmos vertelde dat er in het Frans weliswaar maar een woord voor moeder is, maar dat er in het Mossi, de taal van zijn streek, meerdere woorden zijn die een moederachtige relatie beschrijven. Veel van die woorden verwijzen naar een relatie die ergens tussen die met een moeder en met een tante inzit.

Ik bedacht me wat een voordelen dat moest hebben. Wanneer je toevallig niet zulke leuke ouders hebt, of je ouders overlijden, kun je als kind altijd uitwijken naar je tantemoeder, oomvader, moedertante, vaderoom, tantevader, vadertante, oommoeder, moederoom, tanteoom of oomtante.

Maar goed, wij, hier in het Westen, zitten erg vast aan het kerngezin: moeder, vader, kinderen. Daar is alles op gebaseerd, van de hypotheek voor je huis, de maten van matrassen, tot de wegenwachtpas van de ANWB. Slechts twee mensen kunnen met elkaar trouwen. Als je aan het begin van je relatie geen expliciete afspraken maakt over hoe je het anders wil doen, neem je stilzwijgend de gangbare veronderstellingen als uitgangspunt.

Frank Meester is buitengewoon afdelingshoofd van BURO FLUDO.
Hij bedenkt manieren om met behulp van de filosofie
het leven iets minder ellendig te maken.

Elke week versgetypte levenstips ontvangen?
Schrijf je dan in voor de nieuwsbrief



Wil je meer BURO FLUDO?
Misschien is een cursus dan iets voor jou!

Nieuw: De BURO FLUDO kadobon!

Wist je dat je nu ook een proefles kunt doen? Je kunt je aanmelden op de cursussenpagina

Opvoedboeken

Samen met Stine Jensen schreef ik twee opvoedboeken. Één voor ouders: De opvoeders. wat de filosofie de schipperende ouder kan leren en één voor kinderen: Hoe voed ik mijn ouders op? Een boek vol tips waarmee kinderen hun onopgevoede ouders een beetje kunnen helpen. Je vindt de boeken op de leuke dingen-pagina.

Vraag het Frank

Heb je een filosofische vraag? Dan kun je die aan mij stellen. Stuur me een berichtje via de contactpagina. Wie weet behandel ik je vraag in een van mijn vlogs.