Ik schreef in een eerdere blog dat het verschil tussen man en vrouw op z’n minst dubieus is. Er zijn verschillen te noemen, maar toch gelden die niet voor iedere man of iedere vrouw. Sommige mensen hebben wat van het een en wat van het ander. En misschien is het überhaupt al niet correct om te spreken van het een en van het ander en zijn man en vrouw gewoon verouderde categorieën.
Dus, zo was mijn conclusie in die blog, al zouden we op algemene verschillen kunnen komen tussen man en vrouw, dan nog is het niet verstandig om daar te veel op te varen bij opvoeding, indeling van de maatschappij, organisatie van de publieke ruimte, enzovoorts, want dan zijn er heel veel mensen die zich niet thuis voelen in een van de categorieën.
Overboord dus met die man en vrouw? Zo makkelijk is het ook weer niet. Kijk eens naar de sport. Als je daar het verschil tussen man en vrouw afschaft, zullen er in sommige sporten nog maar weinig mensen die wij nu vrouwen noemen aan de top zijn te vinden. Mensen die wij nu mannen noemen hebben nu eenmaal vaak een grotere longinhoud (niet altijd), meer spiermassa (niet altijd), meer testosteron (niet altijd) en ga zo maar door. Toch zijn er wel sporten waarbij je de categorieën man en vrouw overboord zou kunnen gooien: schaken, darten, auto- en motorracen enzovoorts.
Misschien is het een oplossing om de categorieën man en vrouw te vervangen door categorieën als longinhoud, testosterongehalte, spiermassa, enzovoorts, zoals je nu ook al gewichtsklassen hebt bij bepaalde sporten. Als je dat goed doorvoert zijn er ook geen paralympics meer nodig. Je streeft er immers naar om elke sporter zo te categoriseren dat hij/zij/hen gelijke kansen heeft ten opzichte van de medesporters in die categorie.
Als je dit systeem echt helemaal perfect zou doorvoeren zou iedere sporter zijn eigen categorie moeten hebben, waarin hij/zij/hen dan dus ook altijd eerste wordt (en ook laatste). Het wedstrijdelement zou wel een beetje zijn charme verliezen.
En zo kom je dus tot de wonderlijke constatering dat de perfecte ordening, waarin elk specifiek geval een eigen plek heeft en volledig op waarde wordt geschat, eigenlijk geen ordening meer is. Dit probleem komt trouwens uitgebreid aan bod in mijn boek: Waarom we de wereld niet rond kunnen krijgen. Pleidooi voor inconsequentie.
Deze onmogelijkheid om een ordening voor alles te maken is trouwens geen argument om dus maar vast te houden aan de bestaande categorieën, maar wel om te beseffen dat categorieën nooit perfect zijn en dat er daarom een voortdurende discussie over gevoerd moet worden.
Elke week versgetypte levenstips ontvangen?
Schrijf je dan in voor de nieuwsbrief
Opvoedboeken
Samen met Stine Jensen schreef ik twee opvoedboeken. Één voor ouders: De opvoeders. wat de filosofie de schipperende ouder kan leren en één voor kinderen: Hoe voed ik mijn ouders op? Een boek vol tips waarmee kinderen hun onopgevoede ouders een beetje kunnen helpen. Je vindt de boeken op de leuke dingen-pagina.