Category

Gelukt leven

Vier soorten schrijvers

By Gelukt leven
Tot welke categorie behoor jij?

Volgens mij zijn er vier soorten schrijvers:
1 Zij die met hun werken hun eigen manier van leven rechtvaardigen,
2 Zij die beschrijven hoe ze zouden moeten leven (maar het lukt niet),
3 Zij die hun eigen ellende zo relativerend en komisch kunnen verwoorden dat je als lezer vermoedt dat ze het wel redden (terwijl dat vaak niet zo is).
4 De vierde categorie heb ik voor de zekerheid ingelast: dat zijn schrijvers die niet in een van de drie andere categorieën vallen. Ik kan er zo snel niet eentje bedenken.

Van die eerste categorie wel. Ik denk aan Gerard Reve of Herman Brusselmans. Ze gebruiken hun intelligentie niet om de wereld beter te maken (of misschien toch wel een beetje, want je moet vaak erg lachen om hun briljante kromme redeneringen), maar om de wereld zoals die is te rechtvaardigen. Psycholoog Dan Ariely zou het grootste deel van hun werk waarschijnlijk rationalisaties noemen. Dat zijn een soort theorietjes die je bedenkt om je eigen gedrag, dat vaak niet door de beugel kan, toch goed te praten. We doen dat denk ik allemaal wel in meer of mindere mate.

Tot de tweede categorie behoort bijvoorbeeld de Duitse filosoof Arthur Schopenhauer. Schopenhauer beschrijft de ellende van het leven. We leven volgens Schopenhauer in de slechts mogelijke wereld. Als de wereld nog een stapje slechter was, zou hij überhaupt niet bestaan. Wat is de oplossing die Schopenhauer biedt? Je onthechten. Probeer ascetisch te leven. Trek je terug uit die mallemolen. Ga niet met andere mensen om. Geef je hang naar roem en succes op. Schopenhauer had dat zelf waarschijnlijk graag gedaan, maar het lukte hem niet. Hij kon het niet hebben dat zijn eigen werk geen succes had en werd teveel gedreven door zijn eigen seksuele drift.

En dan de derde categorie. Ik denk aan de dichter Piet Paaltjens of de toneelschrijver Magne van den Berg (foto). Hun teksten zijn ontzettend grappig. Ze gaan over hun eigen ellende. Doordat ze er zo grappig over kunnen schrijven, krijg je de indruk dat ze genoeg afstand van zichzelf hebben om het niet zo serieus te nemen. Maar dat is dus echt de vraag. Piet Paaltjens pleegde uiteindelijk zelfmoord.  

Tja, en wie behoren tot die vierde categorie? Ik weet het niet precies. Misschien kun jij iemand bedenken? Deze vier categorieën gaan trouwens misschien niet alleen voor schrijvers op, maar voor alle mensen. Tot welke categorie behoor jij?

 

Foto: Caroline Bijl

Frank Meester is buitengewoon afdelingshoofd van BURO FLUDO.
Hij bedenkt manieren om met behulp van de filosofie
het leven iets minder ellendig te maken.

Elke week versgetypte levenstips ontvangen?
Schrijf je dan in voor de nieuwsbrief



Wil je meer BURO FLUDO?
Misschien is een cursus dan iets voor jou!

Nieuw: De BURO FLUDO kadobon!

Wist je dat je nu ook een proefles kunt doen? Je kunt je aanmelden op de cursussenpagina

Opvoedboeken

Samen met Stine Jensen schreef ik twee opvoedboeken. Één voor ouders: De opvoeders. wat de filosofie de schipperende ouder kan leren en één voor kinderen: Hoe voed ik mijn ouders op? Een boek vol tips waarmee kinderen hun onopgevoede ouders een beetje kunnen helpen. Je vindt de boeken op de leuke dingen-pagina.

Vraag het Frank

Heb je een filosofische vraag? Dan kun je die aan mij stellen. Stuur me een berichtje via de contactpagina. Wie weet behandel ik je vraag in een van mijn vlogs.

Het geheim van mijn vader

By Gelukt leven
90 jaar doorploeteren

Vandaag is mijn vader jarig. Hij is 90 geworden. Hij is de fijnste vader die je je maar kunt voorstellen. Hij deed en doet nog steeds zijn best om mijn broers en mij te helpen de dingen te doen die we willen doen, zonder ons daarbij een bepaalde kant op te sturen. 

Het verbaast mij eigenlijk niet dat hij zo oud wordt, want hij ploetert rustig voort. Dat is misschien wel zijn levensmotto. En dat is denk ik het enige wat we kunnen doen. Zijn motto drong hij ons niet op, maar hij toonde het door zijn gedrag. 

Bijvoorbeeld toen Maarten, mijn broer, had gespaard voor een zeilbootje. Maarten en ik hadden de boot op het land gehaald om hem met een verfbrander helemaal kaal te halen en opnieuw te lakken.

Daarna legden we hem samen met mijn vader in het water om lekker te gaan zeilen. We waren heel tevreden in die prachtig gelakte boot. Maar toen we na een week weer wilden gaan zeilen, troffen we de boot helemaal vol met water. Het bleek dat het hout uitgedroogd was doordat de boot een tijd op het land gelegen had. Hierdoor waren er kieren ontstaan bij de naden waardoor het water naar binnenkwam.

Maarten en ik dachten dat we alles verknald hadden en dat we het lekke mandje moesten opgeven. De hele boot leeghalen leek onbegonnen werk, maar mijn vader pakte een hoosblik en begon rustig te hozen. We moesten hem wel meehelpen en natuurlijk was het veel werk, maar we kregen de boot uiteindelijk leeg. We stopten de kieren zoveel mogelijk dicht en gingen zeilen.

De week erna vonden we de boot weer vol met water. Niet alle kieren bleken goed dicht te zitten. Mijn vader begon direct weer vol goede moed te hozen. En zo ging het elke week. We hebben de boot uiteindelijk nooit meer helemaal waterdicht gekregen, maar er stond wel steeds minder water in. En ondertussen zeilden we met veel plezier.  

Dat is dus de belangrijke levensles die ik van mijn vader heb geleerd. Je moet elke dag doorploeteren. Het komt nooit helemaal goed, al gaat het wel steeds een beetje beter. Dat is het hoogst haalbare, maar dat is al heel wat. 

Frank Meester is buitengewoon afdelingshoofd van BURO FLUDO.
Hij bedenkt manieren om met behulp van de filosofie
het leven iets minder ellendig te maken.

Elke week versgetypte levenstips ontvangen?
Schrijf je dan in voor de nieuwsbrief



Wil je meer BURO FLUDO?
Misschien is een cursus dan iets voor jou!

Nieuw: De BURO FLUDO kadobon!

Wist je dat je nu ook een proefles kunt doen? Je kunt je aanmelden op de cursussenpagina

Opvoedboeken

Samen met Stine Jensen schreef ik twee opvoedboeken. Één voor ouders: De opvoeders. wat de filosofie de schipperende ouder kan leren en één voor kinderen: Hoe voed ik mijn ouders op? Een boek vol tips waarmee kinderen hun onopgevoede ouders een beetje kunnen helpen. Je vindt de boeken op de leuke dingen-pagina.

Vraag het Frank

Heb je een filosofische vraag? Dan kun je die aan mij stellen. Stuur me een berichtje via de contactpagina. Wie weet behandel ik je vraag in een van mijn vlogs.

Hoe wil jij herinnerd worden?

By Gelukt leven
De glans van het leven

Er is misschien geen hiernamaals, maar er is wel een nagedachtenis. Volgens de Duits-Amerikaanse filosoof Hannah Arendt bestaat er zoiets als onze tweede dood. Onze eerste dood is wanneer ons lichaam het begeeft, onze tweede dood wanneer er niet meer over ons gesproken wordt.

Soms doe of maak je tijdens je leven dingen die langer blijven bestaan dan jij. Misschien ben je architect en maak je gebouwen die nog eeuwen staan of misschien zeg je dingen die nog lang naverteld worden door je kinderen en de kinderen van je kinderen.

Het effect van je daden en woorden, daar heb je maar gedeeltelijk invloed op. Anderen kunnen ermee aan de haal gaan. En zo komt het dat je soms herinnerd wordt om redenen die je zelf nooit had kunnen bedenken. 

Neem bijvoorbeeld de Franse journalist Victor Noir. Vrijwel niemand leest nog zijn artikelen, toch is hij voor velen een geliefd persoon. In 1870 werd Noir doodgeschoten door de achterneef van Napoleon, prins Pierre Bonaparte. Hij werd daardoor een martelaar voor de republikeinen: de tegenstanders van Pierre Bonaparte.

Op 12 januari 1870 begeleidde een processie van ruim 100.000 man Noir naar zijn graf. Beeldhouwer Jules Dalou maakte een beeld van de journalist voor op de grafsteen. De kunstenaar vereeuwigde Noir vlak na zijn dood: hij ligt op zijn rug alsof hij net gevallen is door het dodelijke schot. Zijn licht gezwollen geslachtsdeel springt direct in het hoog. Iedereen kan duidelijk zien dat Noir linksdragend is.

Dat is waarschijnlijk de reden waarom het graf van Noir een van de grote trekpleisters is geworden van de beroemde Parijse begraafplaats Père-Lachaise. Een bezoek aan het graf van Noir zou de vruchtbaarheid stimuleren.

Contact met zijn geslachtsdeel zorgt voor een fantastisch seksleven. Raak je zijn linkervoet aan dan krijg je één kind, contact met zijn rechtervoet zorgt voor twee kinderen. Het koper rond de bobbel in zijn linkerbroekspijp glimt dan ook prachtig door al die mensen die er over geaaid hebben, net als dat van zijn voeten. Het graf functioneert voor velen als een probaat hulpmiddel bij masturbatie.

Noir had zelf waarschijnlijk nooit kunnen bevroeden dat hij zo herinnerd zou worden, maar het zou mij niets verbazen als hij zou glimmen van trots over zijn nagedachtenis. Hoe zou jij herinnerd willen worden?

Frank Meester is buitengewoon afdelingshoofd van BURO FLUDO.
Hij bedenkt manieren om met behulp van de filosofie
het leven iets minder ellendig te maken.

Elke week versgetypte levenstips ontvangen?
Schrijf je dan in voor de nieuwsbrief



Wil je meer BURO FLUDO?
Misschien is een cursus dan iets voor jou!

Nieuw: De BURO FLUDO kadobon!

Wist je dat je nu ook een proefles kunt doen? Je kunt je aanmelden op de cursussenpagina

Opvoedboeken

Samen met Stine Jensen schreef ik twee opvoedboeken. Één voor ouders: De opvoeders. wat de filosofie de schipperende ouder kan leren en één voor kinderen: Hoe voed ik mijn ouders op? Een boek vol tips waarmee kinderen hun onopgevoede ouders een beetje kunnen helpen. Je vindt de boeken op de leuke dingen-pagina.

Vraag het Frank

Heb je een filosofische vraag? Dan kun je die aan mij stellen. Stuur me een berichtje via de contactpagina. Wie weet behandel ik je vraag in een van mijn vlogs.

Schuldig

By Gelukt leven
Een verkenning van mijn geweten

Ik lees op dit moment Schuldig. Een verkenning van mijn geweten van schrijver en goede vriendin Jannah Loontjens en ik vraag me nu voortdurend af of ik me schuldig voel en waarover dan.

Rode draad in het boek is het schuldgevoel van Jannah naar haar moeder. Zij woont in Frankrijk en verwacht van haar dochter dat ze met kerst naar haar Franse landhuis afreist. Jannah had nu juist besloten om het dit jaar bij haar tante in Nederland te vieren. En daar voelt ze zich schuldig over naar haar moeder.

Voel ik me ook zo schuldig naar mijn ouders? Eigenlijk niet. Ik vraag me af of dat aan mij ligt of aan mijn ouders. Ik denk eigenlijk aan mijn ouders. Jannah beschrijft hoe haar moeder van jongs af aan steeds weer een beroep doet op haar schuldgevoel. Dat hebben mijn ouders nooit gedaan. Ik denk dat ze me vooral het gevoel hebben proberen te geven dat ik goed ben zoals ik ben.

Als ik een vriend erover spreek, vertelt hij mij dat hij zich ook niet schuldig voelt naar zijn ouders. Sterker nog, hij zou zelfs willen dat ze nu eindelijk eens dood gingen. Hij is al over de vijftig en nog altijd kind van, ‘en dat stopt dus nooit zolang ze leven’. Dan bekent hij dat hij zich natuurlijk vreselijk schuldig voelt over deze gedachte.

Je hoort wel eens zeggen dat die schuldgevoelens je worden aangepraat. Je voelt je schuldig omdat er allerlei dingen van je verwacht worden door de maatschappij. De oplossing zou dan zijn dat je je daar niets van moet aantrekken en gewoon moet doen wat je zelf graag wilt. Naar je zelf luisteren dus.

‘Het naar mezelf luisteren, zoals vaak wordt aangeraden’, schrijft Jannah terecht, ‘betekent juist luisteren naar de verscheurdheid, naar mijn onzekerheid en twijfels. Misschien gaat het er vooral om dat ik leer leven met de consequenties van al mijn getwijfel. […] soms kunnen er wel vijf verlangens of argumenten in mijzelf met elkaar in gesprek zijn. Ook in mijn redelijk heldere overweging al dan niet naar mijn moeder te gaan, behoort zowel mijn verlangen thuis te blijven als mijn bezorgdheid alsook mijn angst om te kwetsen bij mij, alsook alle tussenliggende onderhandelingen.’

Als ik eerlijk ben, voel ik me het meest schuldig naar Nous’che, mijn hond. Waarom eigenlijk naar haar? Waarschijnlijk omdat ze voor bijna alles wat ze leuk vindt afhankelijk is van mij. Het belangrijkste is natuurlijk eten, maar ook voor wandelen buiten  of spelen binnen. Ik heb vaak de indruk dat ze zich verveelt. En dan is dat dus mijn schuld. Het doet me denken aan vroeger, toen mijn kinderen klein waren en ze ook zo afhankelijk waren van ons.

En nu bedenk ik me dat ik me toch ook schuldig voel, omdat ik me schuldig voel vanwege mijn hond, terwijl er toch veel grotere problemen zijn? De milieucrisis, de vluchtelingen, de mishandeling van dieren, het kappen van de bossen? Misschien is dat die christelijke erfzonde die toch nog zo’n belangrijk deel van onze cultuur uitmaakt: zelfs als we ons nauwelijks schuldig voelen, voelen we ons daar weer schuldig over.

Jannah Loontjens (2021) Schuldig. Een verkenning van mijn geweten. Amsterdam: Uitgeverij Podium.

Frank Meester is buitengewoon afdelingshoofd van BURO FLUDO.
Hij bedenkt manieren om met behulp van de filosofie
het leven iets minder ellendig te maken.

Elke week versgetypte levenstips ontvangen?
Schrijf je dan in voor de nieuwsbrief



Wil je meer BURO FLUDO?
Misschien is een cursus dan iets voor jou!

Nieuw: De BURO FLUDO kadobon!

Wist je dat je nu ook een proefles kunt doen? Je kunt je aanmelden op de cursussenpagina

Opvoedboeken

Samen met Stine Jensen schreef ik twee opvoedboeken. Één voor ouders: De opvoeders. wat de filosofie de schipperende ouder kan leren en één voor kinderen: Hoe voed ik mijn ouders op? Een boek vol tips waarmee kinderen hun onopgevoede ouders een beetje kunnen helpen. Je vindt de boeken op de leuke dingen-pagina.

Vraag het Frank

Heb je een filosofische vraag? Dan kun je die aan mij stellen. Stuur me een berichtje via de contactpagina. Wie weet behandel ik je vraag in een van mijn vlogs.

Soms is het fijn om een beetje vies te zijn

By Gelukt leven, Omgaan met de wereld
Bacteriën zijn je vrienden

Als ik aan bacteriën dacht, kreeg ik altijd de kriebels. Ik ging spontaan heel goed mijn handen wassen. Totdat ik Remco Kort, professor microbiologie aan de VU, moest interviewen. Hij wist mij ongelooflijk enthousiast te maken voor die kleine beestjes. Hij vertelde dat micro-organismen juist onze vrienden zijn.

Om je toch eerst even af te schrikken: ze zijn overal, tussen je tenen, onder je oksels, in je darmen en in je uitwerpselen. Ieder mens huisvest meer dan honderdduizend miljard microben.

Dat we dat lang niet wisten komt natuurlijk doordat ze niet zichtbaar zijn. In de 17e eeuw was het Antonie van Leeuwenhoek die met zijn lenzen voor het eerst microben in het vizier kreeg. Hij wist alleen niet precies wat hij zag. Hij beschreef die levende ‘dierkens’ zonder te beseffen dat zij verband konden houden met ziektes of voedselbederf. Dat kwam pas twee eeuwen later met mensen als Pasteur, de voorvaders van de bacteriologie, die de methoden ontwikkelden om bacteriën te isoleren en te kweken op een petrischaaltje. Vanaf dat moment richtten de microbiologen hun studies op kweekbare bacteriën. Ze zagen die bacteriën als de bron van ziektes.

Door nieuwe technieken voor het bepalen van de DNA-volgorde kunnen we tegenwoordig ook microben die het niet goed doen in een kweekje op grote schaal identificeren. En nu blijkt dat de kweekbare bacteriën in onze darmen slechts een kleine fractie van het geheel vormen en dat veel bacteriële soorten die te boek staan als ziekteverwekker onderdeel zijn van de gewone microflora in ons lichaam die we altijd bij ons dragen. Sterker nog: de ziekteverwekkers zijn de uitzonderingen. Verreweg de meeste bacteriën beschermen ons juist tegen ziekten.

Toch hebben bacteriën in de medische wereld volgens Remco Kort, nog steeds een slechte naam. Daarom wordt alles in het werk gesteld om ziekenhuizen ‘bacterievrij’ te houden. Maar juist dan loop je het risico een gevaarlijke ‘ziekenhuisbacterie’ op te lopen die resistent is tegen antibiotica. Volgens Kort kunnen hoogstwaarschijnlijk andere bacteriën helpen de ziekenhuisbacterie minder gevaarlijk te maken. Dus we moeten niet zomaar alle bacteriën vernietigen, maar de juiste weten te gebruiken. Het zijn onze vrienden.

Doordat we alleen gericht zijn op het verdelgen van micro-organismen zijn we het bacteriële evenwicht in onze lichamen aan het verstoren. We weten allemaal dat overmatig gebruik van antibiotica leidt tot antibioticaresistente bacteriën die steeds moeilijker te bestrijden zijn. Bacteriën kennen in de natuur veel meer vijanden dan de schimmels die antibiotica produceren. Deze vijanden, zoals andere bacteriën en bacteriofagen, zouden we ook kunnen inzetten om infectieziektes terug te dringen. Bacteriofagen zijn virussen die overal voorkomen in de natuur waar bacteriën zijn en die in staat zijn gericht bacteriën te infecteren en uit te schakelen.

Door onze moderne leefstijl – gebruik van antibiotica, keizersnedes, antibacteriële zeep en anti-bacteriële middelen in voeding – worden we veel minder aan bacteriën blootgesteld dan vroeger. Onderzoek laat zien dat er vooral in Westerse landen sprake is van een toename van auto-immuunziektes, waaronder astma, allergie en chronische darmaandoeningen, die hier mogelijk mee in verband staan.

Ook via onze voeding krijgen we helaas niet zoveel bacteriën meer binnen als vroeger. Nu beschikken we over een koelkast. Daardoor hoeven we onze voedingsmiddelen, zoals zuivel en groente, niet langer te fermenteren om ze te kunnen bewaren. In gefermenteerde producten zitten veel goede bacteriën. Bekende gefermenteerde producten zijn yoghurt en zuurkool. Dit is slechts het topje van de ijsberg, meent Kort. Eigenlijk zou je volgens de microbioloog, zelf in de keuken aan de slag moeten om groenten, zuivel, en fruit te fermenteren. ‘Het is een stuk eenvoudiger dan je denkt en het levert lekker en gezond eten op’.

Frank Meester is buitengewoon afdelingshoofd van Buro Fludo.
Hij bedenkt manieren om met behulp van de filosofie
het leven iets minder ellendig te maken.

 

Elke week versgetypte levenstips ontvangen?
Schrijf je dan in voor de nieuwsbrief



Wil je meer BURO FLUDO?
Misschien is een cursus dan iets voor jou!

Waarom we er maar beter naar kunnen streven onsterfelijk te worden

By Gelukt leven
Terwijl we het (waarschijnlijk) nooit worden

Hoe zou het zijn om onsterfelijk te zijn? Als je Alle mensen zijn sterfelijk van de Franse filosoof Simone de Beauvoir leest, kom je al gauw tot de conclusie dat het verschrikkelijk moet zijn. Deze roman gaat over de ontmoeting tussen de actrice Régine, die zich het liefst met haar kunsten onsterfelijk zou willen maken, en Fosca die juist niets liever zou willen dan sterven, maar dat lukt hem niet, omdat hij onsterfelijk is.

Ze komen elkaar tegen in een hotel in de provincie, waar Régine logeert, omdat ze op tournee is met haar theatergezelschap. Fosca valt haar direct op, want hij zit, weer of geen weer, op een stoel in de tuin van het hotel. Hoewel hij zijn ogen open heeft, lijkt hij niets of niemand te zien, ook Régine niet als ze naast hem komt zitten.

Pas als zij hem meerdere keren aanspreekt, antwoordt hij haar, maar zonder naar haar te kijken. Régine, die knap is en eraan gewend dat mensen haar zien staan, zegt hem: ‘U moet naar me kijken.’ ‘Ga in hemelsnaam weg. Ga weg, anders begint alles opnieuw,’ is Fosca’s onvriendelijke antwoord. ‘Wat is dit nu! U bent jong en sterk en u kiest ervoor te leven alsof u al dood bent!’ roept Régine verbaasd uit.

Dat is precies wat Fosca doet. Hij leeft al sinds de dertiende eeuw en heeft er schoon genoeg van. Maar helaas begint door toedoen van Régine inderdaad alles weer opnieuw. Fosca ziet hoe mooi ze is en wordt verliefd op haar. Via haar begint hij de rest van de wereld ook te zien.

Als Régine ontdekt dat Fosca onsterfelijk is, wil ze hem voortaan zo veel mogelijk om haar heen, zodat hij alles wat zij doet voor eeuwig in zich opneemt. Hij wordt haar belangrijkste publiek. Voor hem wil ze schitteren om zo eeuwig te blijven leven in zijn gedachten.

Misschien is niet iedereen zo ambitieus als Régine, maar wij stervelingen hebben wel een lastige verhouding met de dood. We proberen hem te ontkennen, we proberen zo min mogelijk aan de dood te denken, een manier te verzinnen om hem te slim af te zijn of hem ten minste zo lang mogelijk op afstand te houden.

Door gezond te eten, te sporten, door plastische chirurgie, zodat in ieder geval de schijn van de afwezigheid van de dood wordt gewekt, door naar de dokter te gaan als we ziek zijn of door veiligheidsmaatregelen te nemen waardoor de kans kleiner is dat we omkomen bij een ongeluk. Toch weet iedereen dat de dood uiteindelijk onherroepelijk komt. Nou ja, iedereen. Er zijn mensen die denken dat onsterfelijkheid mogelijk is. 

Kijk eens naar de Turritopsis nutricula. Dit is een kwal die in staat is zijn cellen te veranderen en weer terug te keren naar zijn eerdere poliepfase. Deze kwal is daardoor biologisch onsterfelijk, wat niet wegneemt dat hij uiteindelijk zal sterven, als voer voor andere beesten, in de schroeven van een schip of door een dodelijke ziekte.

Turritopsis nutricula

Als wij mensen wat aan onze genen zouden sleutelen, kunnen wij in de nabije toekomst ook biologisch onsterfelijk worden, is de gedachte. Er zijn ook mensen die geen genoegen nemen met biologische onsterfelijkheid. Zij onderzoeken de mogelijkheid om ons brein te uploaden in een robot zodat we niet meer afhankelijk zijn van ons vergankelijke lichaam.

Misschien is een robot zelfs overbodig en kunnen we zonder lichaam in de virtuele wereld eeuwig blijven leven.

Sommige mensen die geloven in de mogelijkheid van deze aardse onsterfelijkheid, hebben zich na hun dood laten invriezen. Ze gaan ervan uit dat er een moment komt in de toekomst dat de wetenschap in staat is hun lichamen weer tot leven te wekken. Kosten 200.000 dollar voor je hele lichaam en 80.000 voor alleen je hoofd. Als het eeuwige leven ooit tot de mogelijkheden behoort, dan is het waarschijnlijk alleen weggelegd voor de rijken. Maar voorlopig lijkt het ook voor hen niet mogelijk.

Als je Alle mensen zijn sterfelijk uit hebt, kun je niet anders dan heel blij zijn met je eigen sterfelijkheid. Niemand zou het lot van Fosca willen delen. Nu heeft Fosca wel een bijzondere vorm van onsterfelijkheid. Wat er ook gebeurt, hij overleeft het. Hij kan niet aan het leven ontsnappen. Fosca zou er alles voor geven om te sterven. Maar wat is dat ‘alles’? Voor een sterveling is dat zijn leven. Maar dat kan hij nu juist niet geven.

Is het dus niet raadzaam om ons gewoon neer te leggen bij het feit dat we imperfecte, vergankelijke wezens zijn in een imperfecte en vergankelijke wereld? Ik denk eigenlijk van niet. We moeten juist blijven streven naar onsterfelijkheid. Want die combinatie van een sterfelijk wezen dat streeft naar onsterfelijkheid, dat is wat wij zijn. Daar halen we veel plezier uit.

Stel nu eens dat we allemaal in een virtuele wereld leven als onsterfelijke wezens, dat we elk mogelijk lichaam kunnen aannemen, over alle mogelijke gaven kunnen beschikken, hoe kunnen we ons dan meten met anderen, wat is dan nog de lol van zoiets als een atletiekwedstrijd? Streven naar perfectie is leuk – steeds harder rennen, steeds langer leven, steeds beter de natuur begrijpen –, maar alleen voor imperfecte wezens.

.

Frank Meester is buitengewoon afdelingshoofd van BURO FLUDO.
Hij bedenkt manieren om met behulp van de filosofie
het leven iets minder ellendig te maken.

Elke week versgetypte levenstips ontvangen?
Schrijf je dan in voor de nieuwsbrief



Wil je meer BURO FLUDO?
Misschien is een cursus dan iets voor jou!

Nieuw: De BURO FLUDO kadobon!

Wist je dat je nu ook een proefles kunt doen? Je kunt je aanmelden op de cursussenpagina

Opvoedboeken

Samen met Stine Jensen schreef ik twee opvoedboeken. Één voor ouders: De opvoeders. wat de filosofie de schipperende ouder kan leren en één voor kinderen: Hoe voed ik mijn ouders op? Een boek vol tips waarmee kinderen hun onopgevoede ouders een beetje kunnen helpen. Je vindt de boeken op de leuke dingen-pagina.

Vraag het Frank

Heb je een filosofische vraag? Dan kun je die aan mij stellen. Stuur me een berichtje via de contactpagina. Wie weet behandel ik je vraag in een van mijn vlogs.

Maak van je scheet een donderslag

By Gelukt leven
Over de vingers van Django

We hebben allemaal wel eens pech in ons leven, de één meer dan de ander. In hoeverre de pech je in de weg zit, is afhankelijk van de ernst van de pech en van hoe je ermee omgaat. Ik heb de pech dat ik vrij weinig talent heb. Er is niet één specifiek ding waar ik heel goed in ben. Ik kan heel veel dingen een beetje. En dat is soms frustrerend, want ik zou juist wel graag een groot talent willen hebben. Ik moet voor alles wat ik produceer, uitzonderlijk hard ploeteren.

Hoe kun je jezelf als pechvogel toch nog op de been houden? Nou, als ik aan de gitarist Django Reinhardt (1910-1953) denk, help dat enorm. Hij had grote pech en wist daar toch nog iets van te maken.

Django leefde met zijn gezin in een woonwagen net iets buiten Parijs aan het begin van de vorige eeuw. Hij verdiende aanvankelijk zijn geld met het bespelen van de banjo. Op een nacht kwam hij terug van een optreden. Zijn vrouw had van crêpepapier bloemen gemaakt om die de volgende dag te kunnen verkopen op het kerkhof, want dan zou het Allerzielen zijn. Django stak een kaars aan en de papieren bloemen vlogen in de fik. Hij raakte zwaar gewond.

De artsen wilden zijn linkerarm amputeren. Maar Django weigerde dat te laten doen. Uiteindelijk wist hij zijn arm te behouden. Alleen zijn pink en zijn ringvinger van zijn linkerhand waren verlamd. Einde van zijn bestaan als musicus, zou je zeggen. Nee dus, dat was eigenlijk pas het begin.

Django bedacht een truc en werd een van de beste gitaristen ter wereld. Hij richtte zich vanaf nu op de gitaar. Dat instrument was tot dan toe vooral gebruikt om akkoorden te spelen, waarbij je meerdere snaren tegelijk moet indrukken. Dat gaat lastig als je maar zo weinig vingers tot je beschikking hebt. Daarom ging Django lijnen spelen waarbij je maar één noot tegelijk hoeft aan te slaan.

Bovendien ontwikkelde hij een soort doorvaltechniek die maakte dat hij met zijn twee goede vingers toch nog razendsnel kon spelen. Zo werd hij de grondlegger van de jazzgitaar. Zijn muziek wordt nog steeds gespeeld. Er zijn zelfs Django-adepten die met tape hun ringvinger en pink afplakken om net zo te kunnen spelen als de grootmeester.

 

Frank Meester is buitengewoon afdelingshoofd van BURO FLUDO.
Hij bedenkt manieren om met behulp van de filosofie
het leven iets minder ellendig te maken.

Elke week versgetypte levenstips ontvangen?
Schrijf je dan in voor de nieuwsbrief



Wil je meer BURO FLUDO?
Misschien is een cursus dan iets voor jou!

Nieuw: De BURO FLUDO kadobon!

Wist je dat je nu ook een proefles kunt doen? Je kunt je aanmelden op de cursussenpagina

Opvoedboeken

Samen met Stine Jensen schreef ik twee opvoedboeken. Één voor ouders: De opvoeders. wat de filosofie de schipperende ouder kan leren en één voor kinderen: Hoe voed ik mijn ouders op? Een boek vol tips waarmee kinderen hun onopgevoede ouders een beetje kunnen helpen. Je vindt de boeken op de leuke dingen-pagina.

Vraag het Frank

Heb je een filosofische vraag? Dan kun je die aan mij stellen. Stuur me een berichtje via de contactpagina. Wie weet behandel ik je vraag in een van mijn vlogs.

De onmogelijkheid van een opgeruimde boekenkast

By Gelukt leven, Omgaan met de wereld
Oftewel, waarom ik een inconsequentialist ben

Ik wil graag een persoon uit een stuk zijn. Iemand die weet waar hij voor staat. Een mens met een helder wereldbeeld, waardoor ik weet hoe ik moet handelen. Maar in werkelijkheid twijfel ik juist vaak, verander ik voortdurend van mening en ben ik het meestal met de laatste spreker eens. Heb jij dat ook?

De afgelopen jaren ben ik beetje bij beetje, door het bestuderen van filosofen, natuurkundigen, wiskundigen, biologen en denkers uit nog andere disciplines, tot de conclusie gekomen dat het nooit zal lukken om een consistent, consequent wereldbeeld te vormen. Dat klinkt misschien niet als goed nieuws, maar dat is het juist wel. Het was in ieder geval voor mij een enorme opluchting. Want het betekent dus dat je je er niet meer druk om hoeft te maken als het niet lukt, want het lukt toch niet.

Maar waarom krijg je dat verhaal over de wereld niet rond? Je moet bedenken dat het nastreven van een helder wereldbeeld een poging is tot een ordening van de complexe werkelijkheid. Een ordening die zegt: dit is belangrijk en dit niet. Dit hoort hier, en dat hoort daar. En zo’n ordening krijg je nu eenmaal nooit helemaal rond.

Dat lukt al niet bij zoiets simpels als de ordening van je boekenkast. Hoe deel je je boekenkast in? Je kunt je boeken op genres zetten en dan binnen die genres op alfabetische volgorde. Ik noem maar wat. Maar wat doe je dan met Jean-Paul Sartre? Hij heeft filosofische werken, maar ook literaire werken geschreven en sommige van die werken zijn het allebei. Waar zet je die? Op twee verschillende plekken? Liever heb ik alles van Sartre bij elkaar.

Goed, je kunt er voor kiezen om het helemaal op alfabetische volgorde te doen en die genres overboord te gooien. Dan staat Sartre bij Sartre. Dat lijkt het meest strikt. Maar wat doe je dan met een boek over Sartre? Zet je dat bij de S van Sartre of bij de schrijver van het boek over Sartre? 

Als je strikt bent, zou je hem bij de schrijver moeten zetten. Maar dat is dan wel lastig zoeken, want je kent vaak de namen van de biografen van Sartre niet allemaal. Bovendien krijg je dan allerlei boeken over Sartre verdeeld over je hele boekenkast. 

Je kunt ook besluiten om de boeken over Sartre bij de boeken van Sartre te zetten. Maar hoe doe je het dan weer met boeken van bekende filosofen over bekende filosofen? Zo heb ik een boek over Baruch de Spinoza van de beroemde Franse filosoof Gilles Deleuze. Zet ik dat boek bij Spinoza of bij Deleuze?

Het komt erop neer, dat je altijd een beetje moet rommelen om de ordening rond te krijgen. Je moet goochelen met begrippen, hokjes, genres. De perfecte ordening bestaat niet. Dat geldt niet alleen voor je boekenkast, maar ook voor je bureau, de maatschappij, de verschillende soorten wezens hier op aarde, voor biertjes, stofzuigers, filosofen, en al helemaal voor de wereld als geheel.

Dus als het je maar niet lukt om een persoon uit een stuk te zijn, die weet waar hij of zij voor staat en hoe de wereld in elkaar steekt, dan geeft dat helemaal niets. Hoewel veel mensen net doen alsof, is er eigenlijk niemand die precies weet hoe het zit.

Over die onmogelijkheid om een consequent verhaal over het leven te vertellen, ben ik op dit moment een boek aan het schrijven met de titel Waarom we de wereld niet rond kunnen krijgen. Pleidooi voor inconsequentie. Daarin probeer ik ook uit te leggen waarom een inconsequentialist een beter mens is en meer geniet van het leven. Het boek komt in september uit bij uitgeverij Ten Have.

Frank Meester is buitengewoon afdelingshoofd van BURO FLUDO.
Hij bedenkt manieren om met behulp van de filosofie
het leven iets minder ellendig te maken.

Elke week versgetypte levenstips ontvangen?
Schrijf je dan in voor de nieuwsbrief



Wil je meer BURO FLUDO?
Misschien is een cursus dan iets voor jou!

Nieuw: De BURO FLUDO kadobon!

Wist je dat je nu ook een proefles kunt doen? Je kunt je aanmelden op de cursussenpagina

Opvoedboeken

Samen met Stine Jensen schreef ik twee opvoedboeken. Één voor ouders: De opvoeders. wat de filosofie de schipperende ouder kan leren en één voor kinderen: Hoe voed ik mijn ouders op? Een boek vol tips waarmee kinderen hun onopgevoede ouders een beetje kunnen helpen. Je vindt de boeken op de leuke dingen-pagina.

Vraag het Frank

Heb je een filosofische vraag? Dan kun je die aan mij stellen. Stuur me een berichtje via de contactpagina. Wie weet behandel ik je vraag in een van mijn vlogs.

We kunnen onszelf maar beter voorliegen

By Gelukt leven
Over de mier die ik ben

Volgens de Amerikaanse psycholoog en econoom Dan Ariely (1967) houden we onszelf voortdurend voor de gek. Hij schrijft in zijn boek: The (Honest) Truth About Dishonesty dat dat gebeurt als we twee conflicterende verlangens ervaren: 

1 We willen onszelf een goed en eerlijk persoon voelen 

2 Als het even kan willen we profiteren van bedriegen en liegen

Het lijkt onmogelijk om die twee met elkaar in overeenstemming te brengen, maar toch kunnen we dat, volgens Ariely. Namelijk door onszelf voor de gek te houden. De leugens die we onszelf vertellen noemt hij rationalisaties. Als we het liegen niet te gortig maken, kunnen we onze leugentjes naar onszelf blijven rechtvaardigen en onszelf blijven zien als eerlijke en fantastische mensen. 

Om aan te geven wat we nog wel kunnen rechtpraten voor onszelf en wat niet, vertelt Ariely een mop: 

Een jongetje komt thuis van school. Hij heeft een briefje bij zich van de meester waarop staat dat hij een pen heeft gestolen van het klasgenootje dat naast hem zit. Zijn vader is erg boos. ‘Je weet dat je nooit mag stelen!’, roept hij tegen zijn zoon. ‘Bovendien als je een pen nodig hebt, kun je die altijd aan mij vragen. Ik kan er wel honderd voor je meenemen van kantoor.’ 

Is het fout dat we onszelf zo voor de gek houden? Volgens Dan Ariely wel. In de maatschappij focussen we ons volgens hem teveel op de grote misdadigers, terwijl de economische schade van al die kleine overtredingen die we voor onszelf goed weten te praten veel groter is.

 

Toch denk ik dat je niet te streng moet zijn voor jezelf. Als ik voor mezelf mag spreken: als ik mezelf om de tuin leid, dan doe ik dat inderdaad bijna altijd om van mezelf een net iets beter persoon te maken dan ik in werkelijkheid ben. Dat klinkt misschien ijdel en dat is het ook, maar het lijkt mij eerlijk gezegd essentieel. 

Je kunt wel zeggen dat ieder mens een unieke identiteit heeft: iedereen is anders, maar als je ietsje uitzoomt, zie je heel veel mensen die precies hetzelfde doen en als je nog ietsje verder uitzoomt, zie je een mierenhoop.

Als ik mezelf echt eerlijk in de spiegel zou bekijken, dan zou ik een mier zien die in het licht van de tijd dat de aarde bestaat, een miniem momentje op de aardkloot rondscharrelt en dan voor de eeuwigheid verdwijnt in het grote niets. Als ik dat beeld goed tot me door zou laten dringen, zou mij alle lust om verder te ploeteren vergaan. 

Als ik mezelf alleen verstandelijk zou bekijken, zou ik moeten constateren dat ik niet heel bijzonder ben. Niet bijzonderer dan anderen in ieder geval. Toch geloof ik, en daar ben ik dus helemaal niet bijzonder in, dat ik net wat bijzonderder ben dan de rest. En door allerlei kleine opkloppertjes en wegmoffeltrucs weet ik mezelf daar steeds weer van te overtuigen. Dat houdt mij op de been. Zo zitten wij liegbeesten nu eenmaal in elkaar.

Frank Meester is buitengewoon afdelingshoofd van Buro Fludo.
Hij bedenkt manieren om met behulp van de filosofie
het leven iets minder ellendig te maken.

 

Elke week versgetypte levenstips ontvangen?
Schrijf je dan in voor de nieuwsbrief



Wil je meer BURO FLUDO?
Misschien is een cursus dan iets voor jou!

Nieuw: De BURO FLUDO kadobon!

Wist je dat je nu ook een proefles kunt doen? Je kunt je aanmelden op de cursussenpagina

Opvoedboeken

Samen met Stine Jensen schreef ik twee opvoedboeken. Één voor ouders: De opvoeders. wat de filosofie de schipperende ouder kan leren en één voor kinderen: Hoe voed ik mijn ouders op? Een boek vol tips waarmee kinderen hun onopgevoede ouders een beetje kunnen helpen. Je vindt de boeken op de leuke dingen-pagina.

Vraag het Frank

Heb je een filosofische vraag? Dan kun je die aan mij stellen. Stuur me een berichtje via de contactpagina. Wie weet behandel ik je vraag in een van mijn vlogs.

Hoe krijgen we de orgasmekloof dicht?

By Gelukt leven, Omgaan met mensen
Oftewel: Hoe krijgen we een betere balans tussen piemel en clitoris?

‘Bij seks ligt de nadruk nog altijd op de penetratie en dus op het genot van de man. Voor mannen is het seksuele orgaan de penis, voor vrouwen is het de clitoris en niet de vagina, zoals nog steeds veel mensen denken. De vagina is een baringskanaal.’ Dat vertelde seksuoloog Ellen Laan mij toen ik haar eens interviewde

Volgens Laan bestaat vaginaal klaarkomen niet, tenzij je vaginaal klaarkomen definieert als klaarkomen in een vagina door een man. Maar een vrouwelijk orgasme is dus altijd clitoraal.

Doordat seks nog steeds te veel om de penetratie draait, beleven vrouwen minder genot aan seks dan mannen. Laan noemt dat de orgasmekloof. Maar zo’n dertig procent van de vrouwen heeft altijd of vrijwel altijd een orgasme bij penetratie, terwijl dat bij mannen 95 procent is. Wanneer er ook andere vormen van stimulatie zijn tijdens een vrijpartij, beleven ongeveer 65 procent van de vrouwen een orgasme. 

Natuurlijk is het wel of niet hebben van een orgasme niet de enige graadmeter voor genot, maar toch geeft deze orgasmekloof wel een goede indicatie van het probleem. ‘Dan is er ook nog eens een grote kans dat penetratie pijn doet’, aldus Laan. Tien procent van de vrouwen heeft pijn. Laan: ‘We accepteren dat bijna als een natuurwet. ‘De eerste keer hoort het pijn te doen’, hoor je vaak. Maar dat is echt onzin. Als het pijn doet, ben je onvoldoende opgewonden.’

Seks draait dus te veel om de penis en te weinig om de clitoris. Een betere balans tussen die twee leidt tot meer genot, ook voor vrouwen. Daarom genieten lesbische vrouwen veel meer van seks dan heteroseksuele vrouwen.

Het is best lastig om het vooroordeel over seks te veranderen. Let maar eens op als je een film kijkt waar seks in voorkomt tussen man en vrouw. Meestal wordt de suggestie gewekt dat ze tegelijk klaarkomen door penetratie. In werkelijkheid komt dat dus bijna nooit voor. 

Waar het volgens Laan om gaat bij seks is: ‘Open staan voor de ander en je eigen gevoelens serieus nemen. Seks wordt nu vooral gezien als een handeling, namelijk vaginale penetratie, maar we moeten het leren zien als een ervaring, de ervaring van alles wat lekker is.’ Bij de Stichting Seksueel Welzijn Nederland, waarvan Ellen Laan voorzitter is, hanteren ze de volgende definitie van seks: met genegenheid gedeeld genot onder gelijken. GGGG.

Frank Meester is buitengewoon afdelingshoofd van Buro Fludo.
Hij bedenkt manieren om met behulp van de filosofie
het leven iets minder ellendig te maken.

 

Elke week versgetypte levenstips ontvangen?
Schrijf je dan in voor de nieuwsbrief



Wil je meer BURO FLUDO?
Misschien is een cursus dan iets voor jou!

Nieuw: De BURO FLUDO kadobon!

Nieuw! Je kunt nu ook een proefles doen. Ga naar de cursuspagina om je aan te melden!